woensdag 19 mei 2010

Foto-impressie

Hier een korte foto-impressie van de afgelopen vijf dagen in Santa Cruz bij Pastor Charlie.

Dit is de kamer waar we hebben geslapen van zaterdag t/m woensdag. Slapen met een El nino (hittegolf) en een 'jet lag' is nog wel een uitdaging gebleken aangezien ik vannacht weer vanaf vier uur half wakker lag.


Dinsdagavond hebben we tijd van 'fellowship' gehouden met de tieners en jongeren van de kerk. We hebben heerlijk gegeten, iedereen heeft wat gedeeld van zijn/haar geloof, dankbaarheid of iets dergelijks. One God, one faith, one family.


In de Filipijnen zijn twee vervoersmiddelen populair: een Jipnea (grote bus) en een tricicle (driewieler met moter). Hier zitten we met z'n tweeen in een tricicle. Voor 7 pesso's, ongeveer 15 cent, word je binnen 3km naar je bestemming gebracht.


Manila is heel kleurrijk. Volgens mij komt het door de creativiteit, openheid en de wat minder strakke regelgeving als het gaat om gebouwen en vervoersmiddelen.

Op dit moment zijn we op ons nieuwe adres aangekomen: bij Ati Kit, een 37-jarige Filipina, die samenwerkt met Jeugd met een Opdracht. Op veel verschillende manieren dient ze de gemeenschap hier. Het maakt indruk op me als ik zie hoe ze dicht bij God leeft en daardoor haar leven volledig in durft te zetten voor anderen. Het daagt mij uit om dat meer te gaan doen.

maandag 17 mei 2010

Only the Pilipines!


MANILA, maandag 17 mei, 16:00, 35 graden C

'Only the Pilipines' is wat wordt gebruikt voor typisch Filipijnse dingen zoals tegen het verkeer inrijden, hanengevechten, een ei met kuiken erin gekookt, naar de wc zonder wc-papier en nog veel meer dingen! Charlie, onze gastheer, gebruikt dit elke keer als we ons verbazen over iets vreemds. En er is zoveel vreemd..

Afgelopen zaterdag zijn we geland op Manila, de hoofdstad van de Filipijnen na een reis van 14 uur. Daar pikte Charlie ons op - ik ken hem van mijn verblijf in New York 2,5 jaar geleden. Hij nam ons mee naar zijn huis en kerk (in een) midden in een sloppenwijk. Meteen die middag mochten we 150 kinderen ontmoeten die in de kerk waren voor een kinderprogramma. Zoals de gewoonte bij Filipijnse christenen is dat je als gast meteen op het podium wordt gezet en over God mag vertellen. Daar stond ik voor de kinderen - sommige wonen in kleine huizen, anderen op een begraafplaats tussen en in tombes (!) en anderen leven op de straat. Charlie en zijn familie stellen hun kerk, huis en hart open voor deze kinderen die zo'n ander leven hebben dan wij. Afgelopen dagen heeft Charlie ons in contact gebracht met verschillende kinderen en gezinnen uit de buurt. Wat me erg raakt is de liefde en toewijding voor God van deze kinderen, die heel weinig hebben. Vanochtend zijn we in de North-Cemetary geweest en hebben daar een aantal gezinnen ontmoet die daar wonen. Ze verontschuldigden zich voor de rotzooi, maar waren erg blij en enthousiast over onze komst. Ik zal eerlijk zijn: omdat Filipino's zo opkijken tegen het Westen, worden we bijna overal als filmsterren ontvangen. Daarnaast zijn Filipino's erg open, vriendelijk, gastvrij en geinteresseerd. Ik ben nog nooit zo gastvrij behandelt met zo weinig middelen als hier. Echt geweldig!

Onze plannen voor de komende weken beginnen concreter te worden. We willen mee met een kinderkamp om daar te helpen en verder te reizen het 'platte land' in. Ik zou nog zoveel meer willen typen. De volgende keer hoop ik foto's mee te sturen om jullie een betere indruk te geven.

woensdag 5 mei 2010

Troubadour

Het was op een warme zomerdag, terwijl de boeren hun gras aan het maaien waren en de zoete, bedompte geur van gras in de lucht hing, dat er een troubadour het dorpsplein op liep. De slager onderhandelde met een boer over de al dan niet te oude stier en op het bankje keken drie vrouwen toe hoe een aantal kinderen gillend achter een kip aanrenden.
Niemand merkte hem op terwijl hij in het midden van het plein op de grond ging zitten en zijn gitaar begon te stemmen. Ondertussen probeerde hij te bedenken wat hij zou gaan spelen. Juist toen hij zijn eerste akkoord wilde aanslaan, kwam er een jongetje bij hem zitten.
‘Dat is een gitaar, toch? Ik wil ook spelen!’ zei het wijzend naar de gitaar.
De troubadour twijfelde een moment en zag de vragende ogen van het jongetje.
‘Al goed’, mompelde hij en gaf hem voorzichtig zijn gitaar.
‘Waarom heeft u er een gat in gemaakt?’
‘Dan kan het geluid daarin vallen en weer opspringen zodat iedereen het hoort.’
Het jongetje sloeg ietwat hardhandig de snaren aan en hoorde dat de troubadour gelijk had. Het geluid sprong alle kanten op; het handjeklappen stopte, de vrouwen draaiden hun hoofden en de kip kreeg een ruime voorsprong.
‘Komt het horen, komt het horen!’ riep de troubadour die onmiddellijk opstond, ‘een geluid zoals u dat nog nooit hebt gehoord! Komt het horen!’
Verschillende mensen staakten hun bezigheden – het was toch al een gelegen tijd voor een pauze – en dromden zich om de troubadour en het jongetje heen die nog op de grond zat.
‘Ben je er klaar voor?’ fluisterde de troubadour voorovergebogen tegen het jongetje.
Hij knikte.
‘Hooggeëerd publiek, zoals u leeft van het koren wat u zaait, de kippen die u houdt en de koeien die u melkt, zo leef ik van het bespelen van mijn gitaar. Samen maken we vrolijke, treurige, verfrissende, stekelige en strelende geluiden waar mensen graag naar luisteren. Vandaag ben ik hier gekomen om u iets te laten horen wat u nooit van mij gehoord hebt! Het is iets wat u zal opvrolijken, bedroeven, verfrissen, steken en strelen zoals geen enkel ander geluid dat kan.’
Iedereen stond stil en vol spanning te wachten op deze mooie klank.
‘Straampg!’ klonk het nog harder dan de vorige keer. Het jongetje keek blozend naar de troubadour en dan weer naar de enigszins geïrriteerde mensen.
‘Bedankt, beste mensen, voor uw aandacht! Tot een volgende keer.’ Hij maakte een aantal buigingen en bedankte verschillende keren.
De mensen keken elkaar verbaasd aan, besloten zonder overleg deze gebeurtenis te gebruiken als de roddel van de dag en liepen al smiespelend uit elkaar.
‘Ik heb het niet goed gedaan, hè?’ vroeg het jongetje beteuterd aan de troubadour.
‘Dat was prachtig!’ zei hij stralend. ‘Wat jij net hebt gespeeld was het eerste geluid wat ik met deze gitaar maakte. Al mijn liedjes, mijn wereldreizen en mijn leven zijn met dat geluid begonnen.’
‘Ik moet weer gaan,’ zei het jongetje, gaf de gitaar voorzichtig terug en liep weg.
De troubadour pakte zijn spullen in en liep tevreden het dorp uit de open velden in terwijl hij zich verbaasde over die ene mooie klank. Een merel die op de nok van het laatste huis zat, zette nog een lied in terwijl de wind pluisjes meevoerde tot ver boven de daken richting het bos.