zondag 25 oktober 2009

De God van Mozes

Rotterdam. Het is zondagavond, iets voor 22:00 en ik loop van de Metro naar The Mall. Ik heb me voorgenomen om nog snel een aantal jongeren te smsen voordat we naar Walibi gaan. Ik haal de deur van het slot en ga in de stilteruimte (zie foto) zitten. Ik heb het weekend lekker uitgerust en alles is klaar voor morgen. Met God bespreek ik de dag en vertel Hem wat er in me omgaat.  

Ineens herinner ik me dat ik een van de chauffeurs, een trouwe vrijwilliger, nog wilde bellen. Als ik hem vraag of hij er klaar voor is, vraagt hij: 'Heb je mijn sms niet gehad?' Ownee, denk ik, dat betekent... Hij zou een van de vier volle 9-persoons busjes besturen en morgen vertrekken we. 


Toen Mozes - zo'n 3500 jaar geleden - de opdracht kreeg van God om de farao van Egypte te zeggen dat hij het volk Israel moest laten gaan, had Mozes waarschijnlijk niet zoveel weerstand verwacht. Na het eerste bezoek aan de farao wat de situatie van het volk alleen maar erger maakte, vuurt hij zijn vragen op God af. Waarom? Hoe zit dat? Maar de God van Mozes kende het hart van de farao en de weerstand die er zou komen; Hij wist het al lang en Hij laat het gebeuren. Maar met een vaderlijke tactiek gebruikt de God van Mozes deze tegenstand om iets moois te bewerken. God is betrouwbaar.


Terug naar Rotterdam. Mijn tweede gedachte was: 'Ik ben hier niet voor niets naar toe gegaan om met God te praten, Hij wist al lang dat dit zou gebeuren. Hij geeft me de mogelijkheid om te laten zien dat Hij betrouwbaar is. Laat ik mijn geloof in Zijn betrouwbaarheid testen.' Ik ging opzoek naar die persoon die de volgende dag vrij had, een rijbewijs had en bereid was mee te gaan. Ik belde de een na de ander; sommigen dachten mee, anderen lagen al op bed. Het werd steeds later. Uiteindelijk belde ik een van de laatste strohalmen. Het was een jongen die ik drie jaar niet gezien had tot een week terug. We hebben toen na een goed gesprek telefoonnummers uitgewisseld en beloofden elkaar dat we af zouden spreken. 

Ik vroeg hem of hij morgen iets te doen had: 'uh, nee..' antwoordde hij. En of hij een rijbewijs had: 'uh, ja.. hoezo?' Ik vroeg meteen of hij mee wilde naar Walibi en vuurde daarna nog een salvo vragen op hem af. Hij was beduusd en enthousiast tegelijk: 'Ho, wacht, niet te snel! Wat moet ik doen en waar moet ik zijn?' 


De volgende ochtend stonden 25 tieners al rond half acht voor mijn deur. Uiteindelijk hadden we alle vier de busjes vol! Iedereen heeft zich goed vermaakt en om 21:30 was ik moe en voldaan terug in Rotterdam. Wat een dag... en wat een God, die God van Mozes.

zondag 6 september 2009

Ver-antwoorden

Het is een vrijdagmiddag, buiten hoor ik geluiden van spelende kinderen. Het warme weer maakt dat de straten gevuld zijn met mensen en gezelligheid. De Millinxbuurt is nu al bijna anderhalf jaar mijn thuis. Hoewel ik soms verlang naar stilte en natuur, zou ik deze stad niet willen ruilen voor het dorp.

Het jongerenwerk in The Mall gaat mij steeds beter af. Nu ik klaar ben met afstuderen kan ik mij hier ook volledig op richten. Het is nu al meer dan een maand geleden dat mijn collega is vertrokken en ik samen met het team verantwoordelijkheid draag voor het jongerencentrum. Ik merk dat wanneer ik verantwoordelijkheid draag ik meer blijk te kunnen dan ik dacht. De hoop dat ik mijn vaders leidinggevende capaciteiten heb geërfd was terecht. Wellicht werkt het voor meer mensen zo dat wanneer ze verantwoordelijkheid krijgen voor iets of iemand, ze zich meer gaan inzetten. Verantwoordelijkheid brengt een bepaalde ernst met zich mee: ‘Als het op mij aankomt dan …’ In mijn eigen leven zie ik een groeiproces als het gaat om verantwoordelijkheid. Duidelijk ervaar ik hierin God die mij mild en toch vastberaden steeds een stapje verder meeneemt. Stappen die mij soms te ver of groot leken, maar achteraf eigenlijk best logisch en goed bleken te zijn.

Even terug naar het jongerenwerk. Het is belangrijk jongeren verantwoordelijkheid te geven zodat ze kunnen leren, ontdekken, vallen, opstaan en zich ontwikkelen. Ik heb gemerkt dat ik ze soms teveel verantwoordelijkheid kan geven of dat ze er niet precies mee omgaan zoals ik graag had gezien. Toch wil ik dat ze juist hierdoor groeien en blijf ik mogelijkheden zoeken waar ik hen verantwoordelijkheid kan geven. Dat betekent niet teveel, maar toch wel risico’s willen nemen met een vangnet. Zou God niet veel meer geduld hebben met ons in het proces van leren, vallen en opstaan? Zou het dat Hij ons verantwoordelijkheden geeft – zoals het opvoeden van kinderen, werk, omgaan met onze naasten, problemen – om te kijken hoe we ermee omgaan?
Volgens mij is de verantwoordelijkheid niet een doel op zichzelf. Het groeiproces waar ik het hierboven over had, leidt in mijn geval tot afhankelijkheid omdat ik er eigenlijk niet goed mee om kan gaan. Daarmee bedoel ik dat ik merk hoe onvolmaakt mijn leiding geven is door angsten, verkeerde motieven en gebrekkig inzicht. Dus hoe meer verantwoordelijkheid, hoe meer afhankelijkheid en hoe meer afhankelijkheid, hoe meer verbondenheid. Zo leidt verantwoordelijkheid tot relatie. Snap je? :)

vrijdag 17 juli 2009

Over Leven


Wat heb ik heerlijk geslapen vannacht! En ik zal vertellen hoe dat kwam.

Woensdagochtend 15 juli om 06:00 gaat de wekker. Moeizaam kom ik mijn bed uit, want ik loop al een paar weken rond met een paar uurtjes slaap tekort. Douchen, aankleden, eten en om 06:40 de deur uit. Normaal rond die tijd is de straat uitgestorven, maar nu zie ik drie busjes, zo’n 8 actieve tieners en een paar collega’s en vrijwilligers die in de weer zijn. Het schiet door me heen: ‘eindelijk is het zo ver, we gaan op survival!’

Er is veel tijd gaan zitten in de voorbereiding en heb zelf de verantwoordelijkheid daarvoor gedragen. Het woog soms zwaar op mij: ‘Gaat het wel goed? Heb ik aan alles gedacht? Komen er genoeg jongeren?’ Ik merk dat ik me snel zorgen maak, maar heb het ook willen zien als een leerproces. Hoe meer ervaring ik heb met verantwoordelijkheid, hoe meer ik merk dat onnodig zorgen maken geen zin heeft.

Om 07:10 zit iedereen in de busjes: tien jongeren van jongerencentrum The Mall en zes begeleiders. We gaan naar de Belgische Ardennen, naar het land van de enge beestjes, grote bossen en onbekend eten. Eenmaal aangekomen instaleren we onszelf in de vier blokhutten waar we in slapen en beginnen met een wandeling door de bossen. Een van de jongens neemt de kaart en benoemt een andere als ‘tweede kaartlezer’. Samen geven ze enthousiast leiding aan de groep. We lopen langs steile hellingen, dichte bossen en kabbelende beekjes waar we dwars doorheen lopen. Pas half zes zijn we terug en kunnen we direct aanschuiven: friet met een hamburger. Het valt mee met het vreemde eten. Het avondprogramma gaat over het thema V.I.P. Wie is jouw voorbeeld? Wat betekent dat voor jouw toekomst? We doen een sketch, laten jongeren hun eigen V.I.P. kiezen en praten over hun toekomst. Ik geniet erg van het praten en bedenk me hoe belangrijk het is voor hen.

Van tevoren hebben we als begeleiders gepraat over een thema en het zoeken van diepgang. We wilden de jongeren iets meegeven. Ik zelf zoek ook constant naar diepgang door gedrag bespreekbaar te maken en ze aan het denken te zetten. Mijn droom is om met een aantal jongeren, al zijn het er maar twee of drie, samen de Bijbel te lezen en te praten over God en ons leven. Zo bouwen we aan een stevig fundament voor hun leven. Toen aan één van de jongens werd gevraagd of hij een doel had in zijn leven zei hij: ‘weet ik veel?!’

De tweede dag is een sportieve dag. Eerst een lang stuk mountainbiken en vervolgens tokkelen. Voor sommigen is het zwaar, omdat ze niet veel conditie hebben. Bovenaan de tokkelbaan op 68 meter hoogte wordt het soms ook teveel. De spanning en de druk maakt dat sommigen huilen, maar door aanmoediging van de instructeurs, de jongeren en de begeleiders, gaat iedereen naar beneden! Er zijn heel wat grenzen verlegd die dag. Op de terugweg een twee bussen vol slapende tieners. Het avontuur was zo weer voorbij.

Ik lag om 23:30 in bed en viel als een blok in slaap. Alle spanning viel van me af en ik had een heerlijk voldaan gevoel. Verantwoordelijkheid dragen betekent ook extra genieten van de resultaten en de mensen. Alles ging boven verwachting goed; het zorgen maken was nergens voor nodig. Ik merk dat God me steeds een stapje verder neemt in het dragen van verantwoordelijkheid. Niet teveel en niet te weinig, veilig genoeg maar niet comfortabel. Hij is een goede en geduldige Vader die mij de juiste weg leert gaan. Dus ik ga in vertrouwen weer op weg naar het volgende leerproces!

P.S. Youth for Christ is de organisatie die dit werk hierboven mogelijk maakt. Ze is een organisatie die bestaat uit mensen met een groot hart voor God en jongeren. Net als veel andere organisaties voelt ze de gevolgen van de kredietcrisis. Ze is daarom opzoek naar financiële steun. Mochten jullie geïnteresseerd zijn om te geven, kijk dan op https://www.yfc.nl/geefmee.html voor meer informatie.

zondag 7 juni 2009

Arme rijken en rijke armen

Stad: Rotterdam
Duur: 48 uur
Kilometers: 43 km
Slaapplaatsen: 2
Eetplekken: 3
Mensen ontmoet: 12

Lijst van
gevonden en gegeven voorwerpen:
• 2x warme maaltijd
• Onaangebroken pakje drinken
• Aangebroken Snickers
• 2x Tosti
• Bamboe stok
• Plastic zakken

• Aansteker
• Dikke rol tape
• 3 pennen
• 1 petfles + 3 bierflesjes = 55ct.
• 55ct = 2x cream crackers AH
• 10ct. Gevonden
• 2x 0,5L Flesjes voor water
• Een heel brood

• Appelmoes
• 4x Optimel
• 3 pakjes vleeswaren
• Deken
• Een sinaasappel, appel
• Thee + suiker

Hier volgt het verslag van twee vrienden op een verre reis, dicht bij huis.

Vrijdag 5 mei 15:00
Samen zitten we thuis aan tafel te eten en bespreken
de komende twee dagen. We nemen niets mee, geen geld, mobiel of paspoort (wat later niet handig bleek); alleen een bijbeltje. Nadat de deur achter ons dicht valt, worden we ons er steeds meer van bewust dat we afhankelijk zijn van anderen. Onze eerste prioriteit: onderdak voor vannacht. We ontmoeten bij toeval Monica, een erg spontaan en vriendelijk ‘Zwiebertje’. Ze neemt ons mee naar een buurthuis om te eten en later naar ‘NAS’ waar bussen vertrekken met dak- en thuislozen. Daar worden we geweigerd, omdat we te eerlijk waren. Het gevoel afgewezen te worden en geen plek te hebben om ergens naartoe te gaan is klote. Een mededakloze hoorde het en vertelt ons waar we naar toe kunnen. We vinden de plek, sluipen er in en slapen op het harde hout onder plastic. De muziek daar dreunt tot 06:00, het harde hout went niet en de wind is koud. Maar het is beter en veiliger dan niets.

Zaterdag 6 mei 06:45
Na de onrustige en erg koude nacht vertrekken we vol zorgen om wat te eten. We hadden als enig eetbaars een paar gekregen snoepjes bij ons. Na uren en kilometers hongerig door park en straat geslenterd te hebben, is onze buit een pakje drinken en 55 eurocent aan statiegeld. Daar kopen we die middag 2 pakjes crackers voor. Het stelde ons gerust nu wat te eten te hebben, en we keken vanaf een vlonder naar de vogels van de stad. Rond etenstijd gingen we op naar het warme eten. Eerst hebben we bij st. De ontmoeting gedoucht en een tosti gegeten. Later bij de zusters van moeder Theresa om warm te eten. Daar ontmoette we andere “daklozen” en een inmiddels bekende van ons, Monica. Het was raar om zogenoemd te profiteren van hulporganisaties. Het gevoel om het zelf te willen verdienen komt gauw in ons op. ’s Avonds vertrekken we naar een nieuwe slaapplaats, een bouwput. We sleepten wat isolatiematten en onze gevonden deken naar een kamer, baden samen en sliepen in.

Zondag 7 mei 07:00
De zon wordt steeds feller en wekt ons. Deze nacht beviel ons een stuk beter. Na een ontbijt, wat we meekregen van de ‘zusters’, gaan we op weg naar een kerk. We belandden in een katholieke kerk waar toevallig die dag communie wordt gedaan. We voelen ons tussen al die nette mensen een beetje vreemd. Nog een tijdje liepen we buiten rond op Zuid en keerden terug naar huis. Geen dakloze meer.

21:30
We zijn nu terug en zitten gapend achter de computer. Onze oerinstincten, zoals het zoeken naar eten, drinken, een wc en onderdak, zijn als vanz
elf opgelost. Het normale leven komt weer op ons af: afspraken, mensen bellen, wat eten en drinken pakken, douchen en naar bed. Er is een groot contrast tussen het thuisloos leven en het leven met een thuis. We hebben een heel klein beetje kunnen proeven van het opzoek zijn naar de eerste levensbehoeften als mens, het gevoel van afwijzing en het leven zonder thuis.

Maandag 8 juni 11:00
Vanochtend zat ik (Timo) in mijn comfortabele stoel na te denken over het afgelopen weekend en kon er niet uitkomen wat me nu precies daarover bezig hield van binnen. Iets in mij was onrustig. Misschien was het omdat de ervaring van twee dagen eigenlijk te kort is en we nog te weinig hebben gezien en ervaren om iets fundamenteels te leren of te zeggen. Ik las een stuk uit het boek Under the overpass van Mike Yankoski, die samen met een vriend ervoor koos vijf maanden te zwerven. Wanneer hij hierop terugkijkt schrijft hij:

'What if following Him (God) is hard? What if along the way He asks you to accomplish difficult tasks or to overcome intimidating obstacles? What if it requires more of you than you have to give? Listen, that's the way it's supposed to be. Those places of need are where you and I discover ourselves, our faith, and-best of all-our God. It's there, in our weakness, that He shows Himself true, faithfull, powerful, gracious, and loving.' (pag. 220)
Dit bood me wat inzicht in de afgelopen twee dagen. Het heeft ons iets geleerd over het afhankelijk leven. Maar wat is dan de link naar ons dagelijks leven waar we niet hoeven te zoeken naar brood, water, wc's en onderdak? Is het dan nog wel nodig om afhankelijk te zijn? Armoede biedt de rijkdom afhankelijk te zijn om zo te ontdekken dat we worden
opgevangen en gedragen. Rijkdom is armoedig, omdat het de illusie wekt onafhankelijk van God en mensen te kunnen zijn. Het zijn zo even wat gedachten over afhankelijkheid waarbij ik tegelijk het idee heb dat ik er nog weinig van begrijp. Als laatste schoot mij een bijbeltekst te binnen.

'Vertrouw op de Here met heel uw hart en steun niet op eigen inzicht. Ken Hem in al uw wegen, dan zal Hij uw paden recht maken.' (Spreuken 3:5,6)

God verlangt mijn hart en vertrouwen: Hem te kennen (lief te hebben, te betrekken) in al mijn wegen. Daarom leidt hij me naar plaatsen en situaties waar ik mijn armoede en gebreken ontdek. Want juist daar leer ik Hem kennen en dat Hij mijn paden recht maakt. Dat betekent dat ik mijn weg na dit weekend vervolg in het leren afhankelijk te leven van Hem. In dit dagelijks leven betekent het volgens mij Hem alles toe te vertrouwen. Zou dat het ware liefhebben van God zijn, wanneer we onszelf kwetsbaar en afhankelijk geven?


Martijn en Timo

Ps. Bedankt voor jullie donaties! We hebben bijna € 300,- opgehaald.

donderdag 28 mei 2009

Geslaagd?!

Afgelopen dinsdag 26 mei heb ik mijn studie GPW afgerond. Het was een spannende dag. Om 14:00 heb ik een presentatie gegeven van mijn onderzoeksproject over 'Relationeel Kinderwerk in de gemeente Thugz Church'. Naast de opdrachtgever en afstudeercoach, waren er geïnteresseerden en vrienden aanwezig. Na de presentatie een hoop vragen en opmerkingen die op zichzelf vaak weer tot een heel nieuw onderzoek zouden kunnen leiden. Vervolgens bogen opdrachtgever en afstudeercoach zich in een andere ruimte over het project en kwamen tot een beoordeling. Ik werd er bij geroepen en we praatten over het onderzoek, het resultaat, de beoordeling en mijn studie. Aan het einde baden we en is voor mij de opleiding Godsdienst Pastoraal Werk officieel afgerond. Ik was blij en tegelijk beduusd. Dit was het dan, een opleiding afgerond. Het einde is de bekroning en beloning op alle tijd en werk die het me heeft gekost om zo ver te komen.
De vraag die me in het laatste gesprek werd gesteld, en die mij altijd wel heeft bezig gehouden, is wat de opleiding GPW heeft betekent voor mij. Het is de basis geworden van mijn roeping. In de woorden Godsdienst Pastoraal Werk zit het woord 'pastor' wat uit het Grieks komt en 'herder' betekent. Een herder die zorgt voor zijn schapen door ze te leiden naar goed gras, een veilig thuis en naar ze om te zien. Een goede herder gaat voor zijn schapen uit, een slechte herder jaagt zijn schapen op. In de Bijbel wordt meerdere keren het beeld van een herder gebruikt om te vertellen wie God is en wie wij als mensen zijn. In dat beeld zit erg veel diepgang; het laat onder meer zien dat het leven van een mens ten diepste een afhankelijk leven is. En dat door deze afhankelijkheid, als ze niet wordt ontkent maar juist wordt erkent, we Gods ontferming en leiding zullen leren kennen.

Op een of andere manier is dit beeld van een herder ook terecht gekomen in de titel van mijn studie en de basis van mijn roeping. Kan dat wel: een schaap dat een schaap leidt? Het idee daarvan maakt me snel onzeker, maar misschien dat ik juist daardoor weer terugkom bij de basis van het leven: afhankelijkheid. Voor de wereld, om het zo maar te noemen, is een basishouding van afhankelijkheid een dwaasheid, want zelfverwezenlijking en zelfstandigheid zijn juist grote waarden. Maar het leven met God roept ons volgens mij juist op tot afhankelijkheid en zelfverloochening. Ik ben er zelf nog lang niet uit wat die beiden precies betekenen en wat dat betekent voor mijn leven. Maar ik heb zo'n vermoeden dat door te leven ik er vanzelf steeds meer achter kom. En wanneer ik daar dichter bij kom, is het leven pas echt geslaagd.

vrijdag 17 april 2009

Discipline

Over Discipline.
Het is vrijdag 17 april. Ik heb nog 12 dagen om mijn scriptie af te ronden en in te leveren. Het is ongeveer vier weken geleden dat ik heb besloten om met de ronde van half juni af te gaan studeren.
Ik besteed, naast mijn twee banen van 20 en 3 uur per week, al mijn tijd aan mijn scriptie. Dat betekent vele uren achter mijn computer zitten en typen. Het betekent zoveel mogelijk leuke en sociale activiteiten afzeggen en vermijden. Het betekent er even helemaal doorheen zitten en totaal geen zin hebben. Na drie uur achter de computer betekent het voor me uit staren, ongeveer drie zinnen schrijven en twee schrappen. Discipline is dus dat je ontberingen doormaakt en je behoeften uitstelt, om iets wat in de toekomst ligt.
Lukt dat dan? Ik heb nog 12 dagen, er is nog een kans! Ik moet nog veel typen, nog vele uren achter dit beeldscherm zitten. Waarschijnlijk ga ik nog een keer erg gefrustreerd raken en zal ik op sommige ochtenden 'gestressed' wakker worden. Ook zal ik onverstandige keuzes maken die me tijd en energie zullen kosten die ik nu juist nodig had. Maar ik ben er bijna! Nog 12 dagen en het is klaar.
Trouwens, wat mij erg helpt is een weddenschap met mijn vader. Als ik klaar kom met mijn scriptie neemt hij mij mee uit eten. Als ik niet klaar kom dan zal ik mijn ouders mee uit eten nemen. Een dure grap.
Wat ik trouwens heb ontdekt is dat discipline niet altijd betekent dat je alsmaar door moet gaan. Discipline betekent soms ook los laten waar je zo voor gaat om op krachten te komen. Wanneer je dan weer op krachten bent, kun je verder gaan. Het is vreemd, want het voelt tegenstrijdig op dat moment. Maar juist door weer een stapje terug te doen, kun je daarna weer grotere stappen vooruit doen als je dat stapje terug niet had gedaan.
Discipline. Discipline komt van het Latijnse 'disciplina' wat lesgeven of leren betekent. Het woord discipel, ook wel als leerling vertaald, komt ook daar vandaan. Discipline hoeft dus niet zozeer te betekenen jezelf in de hand houden of onder de duim, zoals het misschien lijkt te klinken. Maar vanuit de oorspronkelijke betekenis is het aandachtig zijn, leren, jezelf richten op dat wat belangrijk is. Wat zou dan deze tekst beteken?
"Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest"
(Matteüs 28:19)

zaterdag 7 maart 2009

Brief

[mocht je geen 50 inch beeldscherm hebben, klik dan op de afbeelding om de brief te kunnen lezen.]

dinsdag 13 januari 2009

Rendy

Iets meer dan een jaar geleden, toen ik in New York was, kwam ik op dezelfde dag twee keer in aanraking met de Ark gemeenschap. ‘s Middags door het lezen van het boek Adam van Henri Nouwen waarin hij zijn relatie met een meervoudig gehandicapte man beschrijft en betekenis geeft. En ’s avonds zat er een folder van de Ark gemeenschap in mijn voor-elke-dag-wat-boek die ik van mijn toenmalige vriendin had meegekregen. Ik weet nog dat ik het niet als toevallig wilde aanvaarden en met enthousiasme aan mijn vrienden vertelde wat mij overkomen was.

Dinsdag ben ik met de trein naar de Ark gemeenschap in Gouda gereisd samen met Kathrin, een Duitse studente uit Rotterdam. Voordat ik beschrijf hoe dit was, eerst een korte beschrijving van de Ark gemeenschap. L’Arche (zoals het onvertaald heet) ontstond in Frankrijk 1964 toen de oprichter Jean Venier een gemeenschap stichtte met twee gehandicapte mannen. Ten opzichte van de gevestigde hulpverlening is zijn concept typerend doordat de relaties tussen mensen met en zonder een verstandelijke handicap de basis vormen en daarnaast de wederkerigheid binnen deze relaties. Verstandelijk gehandicapten, zowel enkel- als meervoudig, zijn de kernbewoners van iedere gemeenschap. Ze heten kernbewoners omdat zij de meest stabiele factor zijn en de gemeenschap door hen mogelijk wordt gemaakt. Daar omheen staan assistenten en vrijwilligers die zowel binnen als buiten de gemeenschap kunnen wonen. Wereldwijd zijn er inmiddels zo’n 135 gemeenschappen, verdeeld over alle continenten. Sinds 1995 is er een Ark gemeenschap opgericht in Nederland, en wel in Gouda.
We kwamen daar aan het einde van de middag aan. Ik werd ontvangen in de huiskamer waar de kernbewoners, assistenten en vrijwilligers koffie en thee aan het drinken waren. Terwijl er thee voor me werd ingeschonken, maakte ik kennis met Willie, Walter, Esther en Rendy. Willie is een gezellige kletser en maakt het haar luisteraar makkelijk de draad te verliezen doordat ze steeds namen vergeet, terwijl ze toch het liefst over mensen praat. Toen Esther naast me kwam zitten, pakte ze mijn arm en sloeg die om haar heen waarna ze een poging deed me een zoen te geven. Jammer genoeg voor haar werd ze teruggefloten door een assistent die het toch wat te snel vond gaan. Walter was een kwartier voor het eten als een ervaren hardloper door de kamer aan het rennen van enthousiasme. Of het nou door het enthousiasme was, door het rennen of beide; hij at zijn overvolle bord met gemak op.
Wat wel het meeste indruk op mij maakte was het avondgebed. Na het eten en opruimen gingen we in de zithoek zitten en werd de kaars op de tafel aangestoken. De lamp ging uit, iedereen werd stil en op de achtergrond draaide de cd-speler een Taizelied. In de stilte bemerkte ik pas hoe kritisch ik eigenlijk was. De assistenten leken mij soms bot en ongeïnteresseerd naar de kernbewoners. En de eenvoudige viering sloot naar mijn idee niet goed op hen aan. Ik schrok van mijn eigen kritische houding en wilde net doen alsof die er niet meer was. Tijdens het laatste gedeelte van de viering mocht iedereen een gebed uitspreken en Rendy, een kernbewoner, deed dit ook. Ietwat verlegen vertelde hij aan God met zijn zachte en lage stem in korte zinnen met lange pauzes welke dingen hij allemaal had gedaan vandaag. ‘Ik vond het leuk … dat ik enveloppen heb gemaakt … En het was leuk dat Timo en … Kathrin hier kwamen eten.’ Zo vertelde hij zo’n tien minuten lang welke dingen allemaal leuk of niet leuk waren aan vandaag. Ik realiseerde me hoe snel ik beheerst kan worden door het tegenovergestelde van wat ik zag in hem. Beheerst door het verlangen alsmaar verbetering te zoeken en mijzelf te willen bewijzen. Wat blijft daar nog van over als ik, net als Rendy, in eerste instantie genoegen neem met wat er al is? Ongeacht mijn schijnbaar verkregen positie en prestaties en zelfs ongeacht mijn aandeel in de relatie met een Almachtig God, ben ik geliefd.

‘Wij hebben lief omdat God ons het eerst heeft liefgehad.’
(1 Johannes 4:19)

In mijn kritische houding naar anderen toe verschuilt zich een kritische houding naar mijzelf. Wanneer ik terug kom bij de eerste Liefde, besef ik weer dat alles daar begon en steeds opnieuw weer begint. Mijn bidden, mijn liefhebben, mijn dromen en mijn werken. ‘Al had ik alles, maar had ik de liefde niet, ik zou niets zijn.’

vrijdag 2 januari 2009

Om mee te beginnen

Een paar weken geleden kwam in mij weer eens het idee op om een blog te gaan schrijven. Dit is al vaker gebeurd, maar ik wilde er steeds niet aan beginnen omdat het tijd kost en ik er de zin niet van inzag mijn persoonlijke ervaringen en gedachten toe te vertrouwen aan deze open ruimte. Hoewel ik ervan houdt om te schrijven in mijn dagboek en zo mijn gedachten en gevoelens te ordenen, is het toch iets heel anders om te schrijven voor anderen. Dit is juist mijn motivatie geworden om hier zo nu en dan iets te verwoorden van mijn leven. Schrijven is toch een kunst. Hoe komen mijn woorden over op mijn lezer? Maar niet alleen het schrijven zelf is een kunst. Kan ik met woorden mijn leven inzichtelijk maken? Je zou het ook zo kunnen vragen: Ben ik zelf leesbaar? Kun jij me verstaan? Dit zou ik graag hier willen leren, omdat ik denk dat dit delen, geven kan worden.

‘Er is geen grotere liefde dan je leven te geven voor je vrienden’ (Joh 15:13)

Ik ben hier nog mijlenver van verwijderd. Mijn leven delen is vaak nog een manier van aandacht vragen of bevestiging zoeken. En daar waar ik kwetsbaar ben en het misschien wel veel herkenning door openheid kan bieden, durf ik het niet te delen. Misschien dat Jezus het daarom ook over een mosterdzaadje en lelies had en over een lamp die beslist niet onder de korenmaat gezet moest worden. Tenslotte ben ik benieuwd naar jullie reacties, ervaringen en inzichten ook al zijn ze misschien heel anders dan de mijne.