zondag 25 oktober 2009

De God van Mozes

Rotterdam. Het is zondagavond, iets voor 22:00 en ik loop van de Metro naar The Mall. Ik heb me voorgenomen om nog snel een aantal jongeren te smsen voordat we naar Walibi gaan. Ik haal de deur van het slot en ga in de stilteruimte (zie foto) zitten. Ik heb het weekend lekker uitgerust en alles is klaar voor morgen. Met God bespreek ik de dag en vertel Hem wat er in me omgaat.  

Ineens herinner ik me dat ik een van de chauffeurs, een trouwe vrijwilliger, nog wilde bellen. Als ik hem vraag of hij er klaar voor is, vraagt hij: 'Heb je mijn sms niet gehad?' Ownee, denk ik, dat betekent... Hij zou een van de vier volle 9-persoons busjes besturen en morgen vertrekken we. 


Toen Mozes - zo'n 3500 jaar geleden - de opdracht kreeg van God om de farao van Egypte te zeggen dat hij het volk Israel moest laten gaan, had Mozes waarschijnlijk niet zoveel weerstand verwacht. Na het eerste bezoek aan de farao wat de situatie van het volk alleen maar erger maakte, vuurt hij zijn vragen op God af. Waarom? Hoe zit dat? Maar de God van Mozes kende het hart van de farao en de weerstand die er zou komen; Hij wist het al lang en Hij laat het gebeuren. Maar met een vaderlijke tactiek gebruikt de God van Mozes deze tegenstand om iets moois te bewerken. God is betrouwbaar.


Terug naar Rotterdam. Mijn tweede gedachte was: 'Ik ben hier niet voor niets naar toe gegaan om met God te praten, Hij wist al lang dat dit zou gebeuren. Hij geeft me de mogelijkheid om te laten zien dat Hij betrouwbaar is. Laat ik mijn geloof in Zijn betrouwbaarheid testen.' Ik ging opzoek naar die persoon die de volgende dag vrij had, een rijbewijs had en bereid was mee te gaan. Ik belde de een na de ander; sommigen dachten mee, anderen lagen al op bed. Het werd steeds later. Uiteindelijk belde ik een van de laatste strohalmen. Het was een jongen die ik drie jaar niet gezien had tot een week terug. We hebben toen na een goed gesprek telefoonnummers uitgewisseld en beloofden elkaar dat we af zouden spreken. 

Ik vroeg hem of hij morgen iets te doen had: 'uh, nee..' antwoordde hij. En of hij een rijbewijs had: 'uh, ja.. hoezo?' Ik vroeg meteen of hij mee wilde naar Walibi en vuurde daarna nog een salvo vragen op hem af. Hij was beduusd en enthousiast tegelijk: 'Ho, wacht, niet te snel! Wat moet ik doen en waar moet ik zijn?' 


De volgende ochtend stonden 25 tieners al rond half acht voor mijn deur. Uiteindelijk hadden we alle vier de busjes vol! Iedereen heeft zich goed vermaakt en om 21:30 was ik moe en voldaan terug in Rotterdam. Wat een dag... en wat een God, die God van Mozes.